Nel Streef: Een wielermonument op zich
Nel Streef gaat al zolang in het wielrennen mee dat ze niet uit het wielercomité van de Ronde van Alblasserdam is weg te denken. Ze kent de lijntjes en is zodoende van onschatbare waarde. En ze is niet van plan om te stoppen. “Mij zien ze nog wel een tijd.”
Ze is geboren en getogen in Nieuw-Lekkerland maar ze neemt al sinds jaar en dag zitting in het wielercomité van de Ronde van Alblasserdam. “Eigenlijk nam ik ruim twintig jaar geleden het baantje van mijn vader over.”
Op dat moment had ze al een heel wielerleven achter zich. Ze weet nog goed hoe het allemaal begon. “In Nieuw-Lekkerland zag ik in het criterium de plaatselijke hardrijders Wim Deelen en Piet Ros. Vervolgens kwam ik thuis en zei: dat wil ik ook.” Ze was zestien toen ze haar eerste fiets kocht.
“In Nieuw-Lekkerland was ik een bezienswaardigheid hoor”, herinnert Nel zich. Het was eind jaren zestig en een jonge vrouw op de fiets in een christelijk dorp, was dat nu nodig? “Ik werd zelfs uitgescholden. Maar dat ebde gelukkig al snel weg. Zeker toen de resultaten kwamen kreeg ik ook hele leuke reacties.”
Zilveren medaille
In die tijd fietsten de dames van maart tot en met september zonder een koers over te slaan. “Tegelijk werkte ik bij Theo Groen Transport. Gelukkig was de directeur ook fan van het wielrennen, zijn dochters reden ook, en bovendien wist hij wat hij aan me had. Ik kon het goed combineren.”
Ze won criteriums in België en Nederland en maakte deel uit van de nationale selectie waarmee ze heel Europa zag. Eenmaal streed ze op het WK. Dat was in Montreal (Canada) waar ze als 23e eindigde. Op een NK in Valkenburg mocht ze zelfs een keertje het podium betreden om de zilveren medaille op te halen. “Er is echter wel een criterium in Nederland waar ik niet wist te winnen”, moet Nel bekennen. “En dat is in Alblasserdam. Wel werd ik een keer tweede, achter Keetie Hagen.”
Op 1 augustus 1985 reed ze haar laatste wedstrijd in De Kwakel en kreeg ze een bord van wielervriendinnen als herinnering.
Daarmee was haar wielerleven niet voorbij. Ze ging conditietraining geven op zondagen bij DRC De Mol, behaalde haar trainersdiploma bij de KNWU waarbij ze in dezelfde groep zat als Gerrie Knetemann, gaf massages en was ploegleider.
Vraagbaak
“Ik zit nu dus al ruim vijftig jaar in het vak”, beseft Nel. Bij het comité begon ze met de inschrijvingen. Waar dit nu heel simpel digitaal verloopt gebeurde dat in die tijd nog met kaarten thuis. Ze hield zich bezig met de technische aspecten omdat ze alle ingangen wist bij de KNWU. Inmiddels is ze een soort vraagbaak bij wie het comité voor alles terecht kan.
“Ik ben altijd blij als het eerste startschot valt. Dan is het van begin tot eind genieten. De dameskoers spreekt me als vanzelfsprekend het meeste aan. Het is ook mooi dat er een enthousiaste jonge groep is opgestaan om in het comité plaats te nemen. Ik wil dit nog lang blijven doen. Mij zien ze nog wel een tijd.”
Nel Streef zal de vrouwen in gang schieten.
Dit interview verscheen op 17 juli in de Klaroen.